Pedagogiek
Een goed pedagogisch klimaat draait om contact: tussen leraar en leerlingen, en tussen leerlingen onderling. Goed contact zorgt voor veiligheid, actieve deelname, hogere leerprestaties en optimale ontwikkeling van leerlingen. Ook bij onderwijs op afstand blijft het essentieel om het juiste te doen op het juiste moment, vanuit het perspectief van de leerling. Op deze pagina lees je meer over pedagogische doelen, groepsgevoel, sociaal-emotioneel welbevinden, sociale verbondenheid en motivatie.
Pedagogische doelen stellen
Werk ook op afstand aan pedagogische doelen. Sluit aan bij je gebruikelijke aanpak in de klas. Dit houdt het herkenbaar voor leerlingen. Veel methodes voor sociaal-emotionele ontwikkeling bieden ondersteuning bij de thuissituatie.
Denk na over hoe je verwacht dat leerlingen zich online gedragen en hoe je wilt dat ze werken. Stel kleine, haalbare doelen op, liefst samen met je leerlingen. Dit kan klassikaal of individueel. Bedenk hoe je samen kunt reflecteren en eventueel een beloning kunt instellen bij het behalen van doelen.
Groepsgevoel
Zorg (wanneer mogelijk) dat leerlingen zich onderdeel blijven voelen van de groep. Bij synchroon werken kun je wekelijks een groepssessie houden, gericht op gezellig samenzijn. In de bovenbouw en het voortgezet onderwijs kunnen leerlingen deze sessies zelf voorbereiden.
Bij asynchroon onderwijs creëer je verbondenheid door:
- Creatieve opdrachten waarbij leerlingen foto’s en filmpjes delen in een beschermde omgeving.
- Een virtuele klassenruimte waar leerlingen interactie hebben met elkaar.
- Een blog waar leerlingen elkaars berichten lezen.
- Online aandacht voor speciale momenten, zoals verjaardagen.
Deze aanpak houdt de groep betrokken en verbonden, ongeacht de reden voor het afstandsonderwijs.
Sociaal-emotioneel welbevinden
Voer regelmatig gesprekken over het sociaal-emotioneel welbevinden van de leerlingen. Afstandsonderwijs kan uitdagend zijn, en sommige leerlingen hebben mogelijk een lastige thuissituatie. Je kunt dit onderwerp op verschillende manieren aankaarten. Denk aan individuele check-ins, groepsgesprekken over welzijn, of digitale tools voor anonieme peilingen. Betrek waar mogelijk ook ouders bij het monitoren van het welbevinden.
Een-op-eengesprekken
Spreek leerlingen regelmatig individueel en vraag hoe het gaat. Bij videobellen kun je hun reacties het beste zien. Pedagoog Kees van Overveld geeft tips voor deze gesprekken:
- Zorg voor regelmatig individueel contact met elke leerling en vraag naar het welbevinden.
- Merk je geen spanning in het contact? Dan gaat het goed.
- Bij enige spanning, geef je extra aandacht aan emotionele competenties. Bel of chat vaker, bied een luisterend oor en vraag door naar emoties en effecten op handelen en denken.
- Bij duidelijke spanning, focus je op technieken om de leerling rustig te krijgen, zoals zelfmanagementtechnieken. Maak afspraken over wat de leerling nodig heeft en zoek naar concrete oplossingen.
- Sluit elk gesprek af met een samenvatting van de afspraken en op een positieve manier.
- Bij grote zorgen zijn er vervolgacties nodig.
- Wijs leerlingen op de Kindertelefoon. Op YouTube staan uitlegfilmpjes hierover.
- Moedig leerlingen aan om ook met anderen te praten over hun gevoelens, zoals buren of grootouders.
- Benadruk dat je beschikbaar bent als er iets is en dat leerlingen je altijd kunnen bereiken.
Groepsgesprek
Gedragsspecialist Anton Horeweg benadrukt het belang van klassikale gesprekken over de zorgen van leerlingen. Dit zorgt voor herkenning. Bij tijdgebrek raadt hij aan om de leerlingen een smiley te laten tekenen die hun gemoedstoestand weergeeft en die voor de camera te houden.
Sociale verbondenheid en motivatie
Volgens Rob Martens ligt in het onderwijs de nadruk vaak op cognitie – wat je voor een toets moet leren. De sociale kant wordt soms als bijzaak gezien. Toch benadrukken pedagogen als Luc Stevens (NIVOZ) al jaren: zonder relatie geen prestatie. Gangbare motivatietheorieën ondersteunen dit, en tonen een sterke relatie tussen sociale verbondenheid en diepgaand leren en intrinsieke motivatie. Hierover lees je meer in de NRO-publicatie Leerlingen motiveren op afstand (te vinden onder Vragen uit de onderwijspraktijk).
In het bovenstaande webinar van Slimmer leren met ict ging Rob Martens verder in op deze relatie en wat dit betekent voor afstandsonderwijs. In onderstaande afbeelding zie je een korte samenvatting van de belangrijkste besproken onderdelen.
Leerlingen motiveren op afstand
In dezelfde NRO-publicatie vind je ook antwoord op de vraag: hoe motiveer je leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs om onderwijs op afstand te blijven volgen?
Enkele bevindingen uit de publicatie:
- Bied keuzemogelijkheden, differentieer en zorg voor uitdaging, begeleiding en structuur.
- Een veilig pedagogisch klimaat is de basis voor het welbevinden van leerlingen.
- Persoonlijke aandacht is cruciaal: leerlingen moeten zich gezien voelen.
Praktijkvoorbeeld: OPOZ-basisschool IKC De Tjalk in De Leyens merkte dat afstandsonderwijs voor sommige leerlingen te vrijblijvend werd. Hun oplossing: een check in-moment en check uit-moment.
Meer weten?
- Lees Van pubquiz tot quarantaine kwartet: zo bevorder je sociale interactie op voortgezetleren.nl.
- Lees Contact tussen leraar en leerling belangrijk voor pedagogisch klimaat op leraar24.nl.