Leermiddelen
Bij het geven van onderwijs op afstand is het goed om de leermiddelen die je wilt gebruiken te evalueren op geschiktheid. Hieronder lees je meer over de inventarisatievragen die je daarbij kunt stellen en welke keuzes je kunt maken.
Toegang leermiddelen
Wanneer je werkt met digitaal lesmateriaal hoop je natuurlijk dat alles goed werkt. Toch is het mogelijk dat er problemen ontstaan, die gelukkig vaak op afstand of op school op te lossen zijn. Lees meer over veelvoorkomende problemen bij de toegang tot leermiddelen op afstand.
Open lesmateriaal
Open lesmateriaal wordt meestal door leraren of door publieke instanties gemaakt en via verschillende websites digitaal ter beschikking gesteld. Lees meer over open lesmaterialen, waar je ze vindt en hoe je ze zelf kunt maken.
Inventarisatievragen
Scholen gebruiken een zorgvuldig afgewogen leermiddelenmix:
- Een combinatie van foliomateriaal, digitaal materiaal en andersoortig materiaal (bijvoorbeeld creatieve verwerkingsopdrachten).
- Een combinatie die past bij de visie van de leraar en de school, maar ook bij de kennis en kunde van leraren en leerlingen.
Bij de inventarisatie voor leermiddelen bij afstandsonderwijs stel je jezelf de volgende vragen:
- Welke leermiddelen hebben we in huis, die we ook bij afstandsonderwijs kunnen inzetten?
- Wat is haalbaar voor de leerlingen en wat is belangrijk?
- Wat willen we digitaal doen?
- Wat geven we op papier mee of organiseren we op een andere manier?
- Wat bieden onze huidige leveranciers?
Let op: bij het vormgeven van leren op afstand is het niet reëel en gewenst om per direct een nieuwe leermiddelenmix te realiseren. Ga uit van de ingrediënten die al in de school aanwezig zijn. Zo maak je het snelst meters.
Keuzes maken
Hoe kies je een goede leermiddelenmix die leren op afstand mogelijk maakt? Leermiddelen hebben tenslotte verschillende doelen. Zo zijn de leermiddelen die een school gebruikt, in te delen in verschillende groepen:
- Lesmateriaal voor instructie.
- Oefeningen, opdrachten, verwerkingsmateriaal.
- Toetsen en andere manieren om inzicht in de voortgang te krijgen.
Bij zowel het materiaal voor instructie en verwerking als bij het materiaal voor voortgang en toetsen is plannen en begeleiden belangrijk. Dat zit voor een deel in de wijze waarop je het lesgeven inricht, maar ook de leermiddelen die je gebruikt kunnen hieraan bijdragen. Doorloop onderstaande stappen bij het maken van een keuze voor een goede leermiddelenmix.
Stap 1: Breng huidige leermiddelen in kaart
Bekijk welke leermiddelen er al in huis zijn. Vraag je daarbij het volgende af:
- Welke leermiddelen gebruik je nu voor instructie, verwerking en voor voortgang en toetsing?
- Hoe zijn deze leermiddelen nu beschikbaar gemaakt? Is dit digitaal, op papier of in een andere vorm?
- Zijn de leermiddelen geschikt voor thuisgebruik?
- Om papieren en andersoortig lesmateriaal toegankelijk te maken, kun je dit materiaal kopiëren en vervolgens opsturen of laten ophalen. Ook kun je foto’s of scans van leermiddelen delen, bijvoorbeeld via e-mail of een ouderportaal. Houd hierbij wel de regels rond auteursrecht in de gaten.
- Zijn de leermiddelen thuis bruikbaar? Belasten de digitale leermiddelen de devices of de internetverbinding niet te veel? Ga ook na of de materialen door de leerlingen zelfstandig, of met beperkte instructie, thuis te gebruiken zijn.
- Door bovenstaande vragen te beantwoorden, krijg je een goed beeld van de huidige leermiddelen van de school en of ze te gebruiken zijn voor afstandsonderwijs.
Stap 2: Gaten vullen
Nu je weet welke leermiddelen er zijn, en of ze geschikt zijn voor het leren op afstand, is het belangrijk om na te gaan waar eventuele gaten kunnen ontstaan in het leerproces. Bedenk hoe je daarmee omgaat.
- Vraag je allereerst af of het erg is dat er mogelijk gaten vallen in het leerproces. Je kunt niet altijd verwachten dat je alle lesstof kunt behandelen die normaal gesproken op school aan bod komt. Ga na of je sommige dingen kunt overslaan om die in een later stadium weer op te pakken. Wie weet kun je het leerproces op een andere manier inrichten.
- Ten tweede moet je bedenken waar je eventuele gaten in het leerproces wilt opvullen. Vervolgens beslis je of je bestaand materiaal (uit nieuwe bronnen) wilt gebruiken, of zelf nieuw materiaal wilt creëren. Bedenk dat nieuw materiaal altijd even wennen is, zowel voor leerlingen als leraren. Maar het kan ook zorgen voor creativiteit en nieuwe mogelijkheden.
- Tot slot is het belangrijk dat je bij het inzetten van nieuw (digitaal) leermateriaal, rekening houdt met beschikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van het leermateriaal. Ook is het belangrijk dat je aandacht hebt voor de privacy van leerlingen en leraren. Controleer bijvoorbeeld of de leverancier het privacyconvenant heeft ondertekend. En twijfel je over de inzet van een app in de klas? Gebruik dan de Appchecker en de Reisgids Digitaal Leermateriaal.
Stap 3: Denk na over interactie
Wanneer leerlingen vanuit huis werken, is het belangrijk dat je interactie behoudt. Hoe pak je dat aan? Hoe geef je bijvoorbeeld terugkoppeling op het gemaakte huiswerk? Onderstaande tips helpen je op weg:
- Bij digitale leermiddelen is het vaak mogelijk op afstand de voortgang van de leerlingen te volgen. Verdiep je dus in de mogelijkheden die het leermiddel hiervoor biedt.
- Biedt het leermiddel geen faciliteiten voor het volgen van de leerling? Denk dan na over andere opties voor samenwerken. Bijvoorbeeld het laten opsturen van de resultaten van het gemaakte werk (via een tekstbestand of foto) of meekijken in een online document.
- Het is belangrijk om regelmatig momenten voor terugkoppeling in te plannen.
- Houd er ook rekening mee dat leerlingen vragen moeten kunnen stellen of samen moeten werken. Samenwerken kan bijvoorbeeld via videobellen of door samen te werken in een online document.
Opdrachten maken vanuit huis
- Zorg dat instructies en opdrachten bereikbaar zijn voor leerlingen, ouders en andere begeleiders. Leg uit waar dit materiaal te vinden is.
- Maak een planning zodat de leerlingen weten wanneer ze welke opdrachten af moeten hebben. Bedenk hierbij dat het aanbieden van herhalingsoefeningen minder vragen oplevert dan nieuwe lesstof. Bij nieuwe leerstof is het bovendien van belang dat fouten niet te veel inslijten.
- Het is belangrijk om, zeker bij nieuwe lesstof, (vaste) momenten te organiseren waarop leerlingen vragen kunnen stellen over de opdrachten.
- Bedenk hoe je de antwoorden van leerlingen wilt controleren. Kunnen zij (of hun ouders) dit zelf, wordt dit automatisch gedaan (bijvoorbeeld bij digitale oefeningen) of moeten leerlingen hun werk inleveren? Geef duidelijke instructies.