Kansengelijkheid
Welke invloed heeft afstandsonderwijs op de kansengelijkheid onder leerlingen? Hoe speelt hun achtergrond mee in de ontwikkeling van vaardigheden?
Verschil in ondersteuning door ouders
De Universiteit van Amsterdam onderzocht de effecten van onderwijs op afstand op sociale ongelijkheid en onderwijsresultaten. Uit de tussentijdse rapportage Ongelijkheid in thuisonderwijs tijdens de coronacrisis in Nederland blijkt:
- Er is grote variatie in hoe bekwaam ouders zich voelen om hun kinderen te helpen bij schoolwerk.
- Niet alle leerlingen hebben toegang tot een laptop of tablet voor hun werk.
- Kinderen maakten zich meer zorgen tijdens de pandemie.
- Ongeveer 1 op de 5 leerlingen in zowel primair als voortgezet onderwijs voelde zich eenzamer tijdens de pandemie.
Een aantal aanbevelingen uit het onderzoek:
- Zoek leerlingen meer actief op bij afstandsonderwijs.
- Breng in kaart welke leerlingen het thuis moeilijk hebben gehad tijdens afstandsonderwijs.
- Geef extra ondersteuning aan deze leerlingen wanneer zij weer op afstand het onderwijs volgen.
Achtergrond is gerelateerd aan digitale vaardigheid
Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam analyseerden data uit meer dan 50 landen over ongelijkheden in de mate waarin leerlingen en scholen digitaal waren voorbereid op de gevolgen van de pandemie. Hun bevindingen:
- De achtergrond van leerlingen is duidelijk gerelateerd aan hun digitale vaardigheden.
- Er bestaan in veel landen verschillen tussen scholen wat betreft digitale infrastructuur en ict-vaardigheden van het personeel.
Effectief verloren leertijd inhalen
Het Kohnstamm instituut heeft een nuttig overzicht van wat we weten uit onderzoek naar het effect van zomerscholen en verlengde schooltijd op het inhalen van achterstanden.
Onderzoeksinstituut LEARN! inventariseerde in opdracht van het NRO en OCW welke ondersteuning scholen ingezet hebben tijdens de pandemie:
- Verlengde schooldagen.
- Ondersteuning onder schooluren.
- Vakantiescholen voor leerlingen met een taal- of rekenachterstand.
Werkzame elementen van ondersteuningsprogramma’s zijn:
- Aantal uren onderwijs per leerling.
- Deelname van de doelgroep.
- Inhoud en structuur van het programma.
- Betrokkenheid van een gekwalificeerde leerkracht.
- Groepsgrootte.
- Aansluiting op het reguliere curriculum.
- Instructie in de klas.
LEARN! beschrijft in hun compacte verslag negen categorieën interventies die in Nederland worden ingezet, waaronder remedial teaching, adaptieve online programma’s, vakantiescholen, versterken van ouderbetrokkenheid, en een-op-eenbegeleiding.