Direct naar inhoud

Over de Digitale School

Met het actieprogramma Digitale School stellen we centraal dat ieder kind en iedere jongere recht heeft op ontwikkeling, ook als fysiek naar school gaan (tijdelijk) niet kan. Fysiek onderwijs blijft het uitgangspunt, maar digitaal afstandsonderwijs biedt een alternatief. Dit is een tijdelijke oplossing, met een plan voor de (gehele of gedeeltelijke) fysieke terugkeer naar de school.

Het gaat hierbij om leerlingen die vanwege lichamelijke of psychische klachten niet of niet volledig naar school gaan, of die daarom dreigen uit te vallen en thuis komen te zitten. Dit is een hele diverse groep, iedere thuiszittende leerling is uniek en digitaal afstandsonderwijs is niet voor allemaal een passende vorm van onderwijs.

Mariëlle Paul, voormalig minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, wilde digitaal afstandsonderwijs een volwaardig onderdeel maken van het stelsel van passend onderwijs. Maar hiervoor is een wetswijziging nodig vanwege de vereisten in de Leerplichtwet. Zij heeft daarom een wetstraject ingezet om deze en andere knelpunten aan te pakken. Omdat een dergelijk traject lang duurt, riep Paul schoolbesturen en samenwerkingsverbanden op om nu al de kansen van digitaal afstandsonderwijs, binnen de juridische kaders, te benutten. Dit ondersteunde ze onder meer met een subsidieregeling en kennisdeling.

Maatschappelijke ontwikkelingen

Er zijn verschillende maatschappelijke ontwikkelingen waar het ministerie met het actieprogramma Digitale School op in wil springen:

*Als een leerling vanwege lichamelijke of psychische redenen niet naar school of een instelling kan gaan, biedt de leerplichtwet ruimte voor vrijstellingen. Met Artikel 5a zijn jongeren vrijgesteld van de leerplichtwet en staan niet meer ingeschreven op een school of instelling, waardoor het onderwijs geen zicht meer heeft op de mogelijke (beperkte) leerbaarheid.

Politieke vernieuwingen

In het coalitieakkoord van 2021 staat de ambitie om het aantal onnodige thuiszittende leerlingen terug te brengen tot nul, onder meer via de Digitale School. Ook in de Kamerbrief (30 maart 2023) liet voormalig minister Dennis Wiersma weten dat hij het aanbod van afstandsonderwijs groter en toegankelijker wil maken. Daarbij zal digitaal afstandsonderwijs in de toekomst onderdeel worden van het aanbod van scholen en samenwerkingsverbanden. En tot slot stimuleerde hij nieuwe initiatieven en bestaande initiatieven om zich uit te breiden.

Ook in de Kamerbrief van december 2023 ging voormalig minister Mariëlle Paul verder in op de uitwerking en voortgang van de Digitale School:

‘Leerlingen die nu thuiszitten kunnen niet enkele jaren op een wetswijziging wachten. Daarom roep ik schoolbesturen en samenwerkingsverbanden op om de kansen die digitaal afstandsonderwijs biedt binnen de bestaande juridische kaders ten volle te benutten. Dit stimuleer en ondersteun ik met het actieprogramma Digitale School.’

Wie is de doelgroep?

Bij de Digitale School gaat het om kinderen en jongeren die tijdelijk, gedeeltelijk, of niet naar school kunnen door lichamelijke of psychische oorzaken. Of digitaal afstandsonderwijs past bij een individuele leerling, is aan de professionals in het onderwijs, in goed overleg met de ouders en leerling zelf. Denk aan:

Hoe werkt het actieprogramma Digitale School?

Voormalig minister Paul stimuleert met het actieprogramma Digitale School, vooruitlopend op de wetswijziging, twee organisatievormen van digitaal afstandsonderwijs:

1. Digitaal afstandsonderwijs door de eigen school

Voor de meeste leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen, is snel maatwerk vanuit de eigen school belangrijk, bijvoorbeeld via digitaal afstandsonderwijs. Zo blijft de aansluiting op het onderwijs en het sociale contact in stand en de weg terug naar school open. Denk bijvoorbeeld aan een leerling die reguliere lessen op afstand volgt (synchroon met de klas) of een leerling die onderdelen van het onderwijsprogramma via digitale leermiddelen op een eigen gekozen moment volgt. Scholen kunnen daarbij hulp van buitenaf inschakelen en een regionale samenwerking aangaan.

2. Digitaal afstandsonderwijs via regionale initiatieven

Er is ook een groep leerlingen die niet naar de eigen school terug kan. Voor hen ziet minister Paul een oplossing in een regionaal netwerk van initiatieven dat er onder de verantwoordelijkheid van schoolbesturen en samenwerkingsverbanden. Hier is wel voldoende schaalgrootte en specifieke expertise nodig. Samenwerkingsverbanden en schoolbesturen kunnen hier een goede invulling aan geven en voortbouwen op wat er in de regio al is. Zulke samenwerkingen worden via de subsidieregeling gestimuleerd.

Bij deze vorm van afstandsonderwijs gaat het om leerlingen die door lichamelijke of psychische oorzaken niet naar school gaan. Ook kunnen zij niet via hun eigen school maatwerk met digitaal afstandsonderwijs krijgen. Denk aan:

Scholen kunnen leerlingen uit deze groep inschrijven onder de voorwaarden die beschreven staan in de brochures van de Rijksoverheid. Zo kunnen scholen tijdelijk maatwerk met digitaal afstandsonderwijs geven. Vanuit regionale samenwerking kan ook (de organisatie van) maatwerk vanuit scholen (organisatievorm 1) ondersteund worden.

De rol van het actieprogramma bij de verschillende vormen

Uit recent onderzoek en praktijkervaringen blijkt dat digitaal afstandsonderwijs voor reguliere scholen niet zo gemakkelijk te organiseren is. Het actieprogramma Digitale School heeft daarom als doel om, door middel van samenwerking, actieplannen op te zetten en kennis te vergaren over de mogelijkheden van het (digitale) afstandsonderwijs.

Lees meer over De Digitale School

Delen