Afstandsonderwijs bij OpMaat: ‘Organiseer het samen!’
Interview | voor po en vo
De redactie | 3 juli 2024
Vso-school De Argo in Terneuzen omarmt met OpMaat een innovatieve aanpak voor thuiszittende leerlingen. Via digitaal afstandsonderwijs en een sterk samenwerkingsnetwerk bieden ze persoonlijk maatwerk, waarmee ze nieuwe perspectieven geven aan leerlingen die vastgelopen zijn. Directeur Jan Heijstek en docente Naomi Lijbaert vertellen hoe ze dit aanpakken.
Wat doe je als het een zieke leerling te veel energie kost om fysiek naar school te gaan? Of een hoogbegaafde leerling die niet in het onderwijssysteem past en uitgevallen is? Bij vso-school De Argo in Terneuzen krijgen thuiszittende leerlingen weer een kans via OpMaat. De leerlingen krijgen via digitaal afstandsonderwijs maatwerk aangeboden, begeleid door een vaste docent, en waar mogelijk in combinatie met fysiek onderwijs. ‘We werken daarvoor samen met een behoorlijke club, waaronder samenwerkingsverbanden, andere scholen, een lectoraat, zorgpartners, ouders en natuurlijk de leerling zelf’, vertelt Jan Heijstek, directeur van De Argo. Volgens hem ben je als regio gezamenlijk verantwoordelijk, en werkt afstandsonderwijs ook alleen in goede samenwerking.
Een doel in het leven
De meeste jongeren die meedoen aan OpMaat vinden het ontzettend spannend, en zitten vaak met angsten. Sommigen volgen al een tijd geen onderwijs meer, en moeten daarom ook weer wennen aan de schoolse zaken. Docente Naomi Lijbaert ziet al veel goede resultaten: ‘Ik hoor van leerlingen dat ze weer een doel hebben in het leven.’ Ook zijn er twee leerlingen die examen gaan doen, een die weer fysiek naar de oude school gaat, en sommigen komen fysiek naar OpMaat. ‘Al is het maar een uurtje, je ziet een leerling die met kleine stapjes weer gaat praten en lachen’, zegt Lijbaert.
‘Ik krijg weer een beetje ritme in mijn dag’ – Leerling OpMaat
De Argo begon meer dan tien jaar geleden met een kleine vso-school voor 32 leerlingen, nadat een dagopvang voor niet-schoolgaande jeugd sloot en er geen voorziening meer voor hen was in de regio. ‘Intussen is het gegroeid tot 130 leerlingen en is er een intensieve samenwerking met andere scholen in het voorgezet onderwijs’, vertelt Heijstek. Argo faciliteert die verbinding onder meer via samenwerkingslokalen, waar leerlingen bijvoorbeeld één les in het reguliere vo volgen en de rest in het vso.
Beter leren vanuit huis
Maar er zijn ook leerlingen die buiten de boot vallen: ‘leerlingen die ingeschreven staan op school, maar niet meer gaan, worden vaak onvoldoende opgevolgd. Ze zijn angstig, getraumatiseerd of hebben fysieke problematiek. Maar er zijn weinig mogelijkheden voor hen.’ In de Kamerbrief van Wiersma in 2023, werd de eis voor onderwijs binnen fysieke muren meer losgelaten. ‘Dat kwam goed uit, want onze ervaring de afgelopen jaren tijdens de pandemie was juist, dat sommige leerlingen vanuit huis beter tot leren komen’, vertelt Heijstek. Ook zagen zij verschillende leerlingen die door omstandigheden moeilijk naar school konden komen, zoals een leerling met een ziekte. Daarom werd besloten om met OpMaat te starten.
‘Ik voel me weer nuttig in het leven en krijg meer energie om andere dingen te doen’ – Leerling OpMaat
Dit initiatief biedt ondersteuning en digitaal afstandsonderwijs aan jongeren met bijvoorbeeld hoogbegaafdheid, maar ook internaliserende of externaliserende problemen of instabiele thuissituaties. Er is ook een fysieke locatie, waar de leerlingen als ze willen of kunnen, toch samen kunnen komen. ‘We zien veel jongeren voor wie het onderwijssysteem niet passend genoeg is, die de verbinding met het onderwijs verliezen als thuiszittende leerling, en uiteindelijk zelfs hun sociale contacten, hobby’s en dagritme verliezen. Ze komen in een isolement terecht’, vertelt Lijbaert. Zij begeleidt en geeft les aan de leerlingen die meedoen aan OpMaat. Vaste docenten van de Argo, zoals Lijbaert, worden gekoppeld aan de leerlingen. Vanuit die relatie wordt gebouwd aan de ontwikkeling van de leerling. Hoe dat er in de praktijk uitziet verschilt, want dit wordt gedaan op basis van een individueel plan van aanpak. Hierin staan de afspraken over bijvoorbeeld contacten met het netwerk, huisbezoeken, wederzijdse verwachtingen en schoolbezoeken.
Vertrouwen opbouwen
Volgens Heijstek is het vooral belangrijk om vanuit klantvriendelijkheid te denken: ‘Kijk eerst eens wat de situatie van de leerling precies is, en wat mogelijke eerste stappen kunnen zijn voor de leerling en diens omgeving.’ Het uiteindelijk resultaat zit daarom per leerling anders in elkaar. Lijbaert: ‘Het is een zoektocht samen met de leerling en de ouders. Eerst maak je kennis, bouw je vertrouwen op en inventariseer je wat haalbaar is. Wil de leerling werken met boeken of juist digitaal? Wil de leerling uiteindelijk weer fysiek naar school of niet?’ De ene leerling begeleidt ze digitaal via een aantal online afspraken per week, de andere helpt ze bij de dagbehandeling op weg. Bij de ene leerling zorgt ze voor een planning, terwijl een andere leerling dit zelf via Ivio@School doet. Dit is een aanbieder van flexibele vormen van afstandsonderwijs, en zo hebben de leerlingen ook toegang tot Leerplatform JojoSchool, waarbij ze zelf instructies en leerstof kunnen opzoeken. Daarnaast maken ze gebruik van de videokanalen van docenten via de website Lerenvoorhetexamen.nl.
‘Het kost me veel energie, maar ik ben hier graag’ – Leerling OpMaat
Lijbaert benadrukt hoe belangrijk samenwerking hierbij is. Het hele systeem rondom de leerling werkt actief mee, niet alleen het onderwijs maar ook de hulpverlening en de ouders. ‘Je staat daarbij naast elkaar, en samen iets nieuws doen zoals dit is best spannend, daarom bespreken we veel met elkaar en ontdekken we ook wat iedereen eigenlijk precies doet.’ Daarom zijn er meerdere keren per jaar overleggen met het netwerk, alle bevindingen hiervan worden genoteerd in het individuele plan van aanpak. ‘Daarin staan alle afspraken, contactmomenten en vooruitgang. Zo zijn de ouders altijd op de hoogte en hebben ze zicht op hoe het gaat.’ Volgens haar is duidelijke en overzichtelijke communicatie extra van belang bij afstandsonderwijs om misverstanden of verkeerde verwachtingen te voorkomen.
Samen verantwoordelijk
Heijstek is ook actief in een werkgroep rond het initiatief, die eens in de twee maanden bij elkaar komt. De werkgroep bestaat uit gedragswetenschappers, het lectoraat Motiverende Leeromgevingen van de Hogeschool Rotterdam, samenwerkingsverbanden uit de regio, RBL Zeeland, collega’s van andere vso’s en soortgelijke initiatieven. Via de samenwerking leren de partners van elkaar en bedenken ze samen oplossingen. ‘We bespreken samen het verloop, waar de leerlingen vandaan komen, wat ze nodig hebben – zo houden we gezamenlijk zicht op hoe het met ze gaat, en verdwijnen ze niet van de radar. Daarvoor ben je uiteindelijk ook samen verantwoordelijk!’